Soms mag ik nog veel leren...
In Jinja staat daar een jongen met een kar vol meloenen.
‘Madam, ze zijn zo lekker. En niet zo duur...’
Bruine ogen kijken me aan. Een watermeloen in mijn rugzak.. Pfft...dat is een heel gewicht om mee te sjouwen door de Central Market, naar de taxi, met de boda, mee naar Wairaka.
‘Yes, madam?’
Oké, een watermeloen is lekker en vanavond heb ik fellowship. Kan ik ‘m meteen delen met de anderen.
Terwijl ik de watermeloen opensnijdt, zie ik dat-tie wit is. Ik verwachtte de kleur rood. Sappig is-tie wel. Vast een wit familielid van de rode watermeloen die ik ken.
Nee, dus, fout! Deze watermeloen is nog helemaal niet rijp.
‘Hoe kan ik dat weten?! Van de buitenkant kan ik het niet zien. In Nederland zijn ze altijd rood als ik ze koop!’
Hapklaar en rijp, dat is Nederland. Dat is wat ik weet.
Hier moet je ze bekloppen. Dan hoor je of ze rood zijn.
Vanmiddag overkwam me hetzelfde, maar nu met een witte kool. Ik had al een kool uitgekozen. Mijn bodaboda-driver zegt: ‘Nee, dat is niet een goede.’ Ik kijk hem met een vage blik aan.
Hij zet z’n bodaboda neer, komt naar me toe en beklopt de kool.
Ik luister zo goed ik kan en ja hoor, ik hoor verschil. Degene die het beste klinkt neem ik mee.
Oh, wat moet ik nog veel leren: bekloppen van groente en fruit en dan nog de juiste interpretatie eraan geven.
Kijken naar de wolken om een weersvoorspelling te doen. Een weerapp werkt hier voor geen meter, heb ik ontdekt.
Zo kijk ik met de Oegandezen mee en probeer een voorspelling...
Een bruin gezicht kijkt me aan: ‘Nee, Wilma, geen regen, maybe tomorrow...’