We zitten er klaar voor!
Ik kijk de kerk in Opunoi, Serere disctrict, rond waar we bij elkaar zijn.
Het voelt al bekend om deze mensen te zien. Sommigen zie ik voor de tweede keer, anderen voor de derde keer.
‘We zijn zo blij dat jullie er weer zijn. Dank jullie wel dat jullie gekomen zijn vanuit Wairaka.’
Zo worden Abel en ik welkom geheten.
Een week vol lessen voor ons. Ik herken een aantal gezichten. Ik zie dat het merendeel pen en een schriftje bij zich heeft. Wow! Ze hebben van hun kleine inkomen een deel apart gezet om een pen en een schrift te kopen.
Ik zie ook de bijbels die we in juli hebben uitgedeeld, terug. Ze zijn goed voorbereid en gemotiveerd om hier te zijn!
Tijdens het eerste deel van de les stapt één van de mannen op:’Ik ga even naar het winkelcentrum om een schrift te kopen.’
Wow, wat je hier hoort is belangrijk voor je om het te onthouden.
Deze keer is het aandeel vrouwen groter dan de vorige keer. Wat ben ik verrast door deze observaties.
De nieuwe mensen hebben nog geen bijbel en zeer leergierig. Ik heb, door een gift vanuit Nederland, opnieuw een doos bijbels mee kunnen nemen.
Alles wat gratis is heeft geen waarde.
Deze keer vragen we ze een bijbel te kopen. De prijs is 25.000 UGX.
‘Oke’, zegt Abel, ‘we rekenen de transportkosten niet...20.000 UGX en je hebt je eigen bijbel waar je in hebt geïnvesteerd, geef wat het je waard is, wat je kunt.’
Donderdag heb ik van 7 mensen geld gehad. Ik ga niet checken wat ze hebben gegeven. Ik weet dat de mensen hier arm zijn. Donderdag worden we door verschillende mensen aangesproken:’Ik wil graag een bijbel, maar ik heb geen geld.’
Abel:’ Breng je kip..’ (dat is ongeveer dezelfde prijs). Later zeg ik tegen een vrouw: ‘Een kop rijst...’
Vrijdag is de laatste morgen dat we bij elkaar zijn.
Het is ongelooflijk! De mensen, vooral vrouwen, komen met geld: ‘Van het weinige dat ik heb, kan ik dit geven voor een bijbel...’
En dan... aan de 24 bijbels hebben we niet genoeg.
Een lijst van 17 mensen volgt. Eind november zullen zij hun bijbel gaan krijgen.
Ik heb de mensen uitgelegd dat ik hier niet geld aan het verdienen ben. Het geld dat ik nu ontvangen heb, neem ik mee om in Kampala nieuwe bijbels in hun taal aan te schaffen.
Ik hoop dat het langzaamaan duidelijk wordt wat we aan het doen zijn: als de mensen een stap voorwaarts willen zetten om zichzelf en hun community te ontwikkelen dat ze mogen investeren en niet naar ons (Abel (Ugandees) en de ‘white’ Wilma) moeten kijken om geld te ontvangen of alles voor niets kunnen krijgen en dat wij het werk gaan doen.
Community development start met het initiatief nemen van de mensen zelf. Zien wat je hebt, erkennen wat er al is en dan gaan inzetten voor een positieve verandering.
En ja, hulp: praktisch, kennis, financiën zijn nodig. Samen met ze oplopen (Narande) dat wil ik graag doen!
Aan het einde van de week nemen we afscheid. Het is ontroerend. Ze houden mijn hand vast met twee handen, kijken me in de ogen: ‘Dank, dank je wel.’
Ja, lieve mensen in de kleine dorpjes in Serere district: We komen terug! In januari en dan gaan we de hele week lesgeven en praten over relaties, huwelijk, kindhuwelijk en wat er meer bij komt kijken! Wij kijken er al naar uit!