Aron


18 juni 2024


Aron

Een vriend van mij, directeur van een basisschool, vraagt ​​mij: ‘Ben je bereid om Aron te ontmoeten? Hij zit op een kostschool in Jinja.’

Die jongen die het zo moeilijk had. In het leven, op school, met anderen en met zichzelf. Drie keer had ik de kans om de school te bezoeken.

De eerste bijeenkomst deden we @YourBEST. Een programma over identiteit, vriendschap, media, risicogedrag, seksualiteit en veerkracht.

We kwamen terug om over gedachten en gevoelens te praten. Het was dichtbij de examens en er heerste veel negativiteit rond en in deze groep. Gevoed door inbreng van buitenaf van ouders ('Je redt het nooit. Dit is de laatste school waar ik voor betaal. Ik vraag me af of je goede resultaten gaat halen.' Een moeder werd ziek... hetzelfde als bij zijn oudere zus. Veel druk op de kinderen om het huishouden te doen, voor moeder te zorgen en negatief te spreken.)

De sfeer in de klas werd negatief, ook het spreken werd negatief en dat rondom de examens. De toegang tot het volgende niveau.

We deelden gedachten, ontdekten waar ze vandaan kwamen. En dat we moeten controleren en beslissen de gedachte te accepteren of af te wijzen. We sloegen de Bijbel open om te lezen en te ontdekken hoe God over ieder van ons denkt.

De kinderen tekenden hun gevoelenslandschap, voegden woorden toe. Eén tekening bestond alleen uit zwart en grijs en negatieve woorden. Hij huilde bijna (jongens mogen niet huilen).

We hadden even de tijd om naar zijn verhaal te luisteren en hem aan te moedigen.

Maanden zijn voorbij. Deze klas deed het goed tijdens de examens en alle kinderen zitten verspreid over verschillende scholen.

Op bezoek bij Aron...

Als hij de directeur vraagt ​​of het mogelijk is mij te zien, moet ik die tijd en ruimte creëren.

Deze jongen... Groot, lang, sterk... Hoe gaat het met hem? En waarom wil hij mij zien?

Ik wacht bij de poort van de school; een leraar is naar hem op zoek.

Dan... komt hij de hoek van een gebouw om. Hij loopt, kijkt, herkent me dan en begint te rennen met de armen wijd open. Zo snel… ik word bang. Hij zal mij omver lopen en ik zal vallen.

Vlak voor me stopte hij met rennen en omhelsde me.

Dit was een heel, heel bijzonder moment.

Terwijl we op een rustige plek gaan zitten, begint Aron te delen. Hoe het nu met hem gaat. Het proces dat hij doormaakt. Dat hij heeft geleerd wie hij is. Dat hij beter kan omgaan met wat hij moet geloven over wat anderen over hem zeggen en dat hij weet hoe God over hem denkt. Het gaat goed met hem, hij is leerling van de week geworden. Dat is zelden voor een leerling van jaar 1. Hij is bij iedereen op school bekend. Mensen spreken positief over hem.

Ik zie het aan zijn ogen, het gaat echt goed met hem. Hij glimlacht.

‘Wilma, kun je terugkomen en het ook delen met de andere studenten hier? Het heeft mij enorm geholpen en zij hebben deze lessen ook nodig.’

Ik kom terug en wil dan contact maken met de leiders van de school. Wat als we één keer per maand op zondag mogen komen om te luisteren, te delen, samen tijd door te brengen…